Pubers en presteren
In mijn praktijk werk ik met een jonge puber. Hij komt naar mij toe omdat hij op school problemen heeft. Het gaat niet zo goed, zijn cijfers blijven achter, hij komt niet goed tot werken, maar hij wil wel zijn diploma halen. Hij wil bij mij leren hoe hij beter kan gaan leren zodat hij zijn doel kan halen.
Dat is een mooi uitgangspunt. Presteren hoort bij jongens. Het heeft te maken met hun testosteron. Ze willen winnen met voetbal of andere sporten. Ze willen zich meten met hun vrienden, op allerlei gebied. Wie is de grootste, de sterkste, de coolste, de beste. Het is een natuurlijk gegeven. Niks mis mee. Mijn cliënt heeft de wil om te presteren en zijn diploma te gaan halen zegt hij.
In de puberteit komt die natuurlijke prestatiedrang extra naar boven. De testosteronspiegel bij jongens stijgt namelijk enorm tussen je 11e en 14e jaar. Sommige jongens leggen de lat hoog voor zichzelf: “ik moet toch wel een 8 kunnen halen voor die toets”. Ze kunnen er zelfs een wedstrijdje met andere jongens van maken. Ook hier is niet zoveel mis mee. Het kan je vooruit brengen in het leven en je helpen net een stapje verder te komen. Vaak stimuleren we dat als opvoeders.
De lat te hoog, wat doet het met je zelfvertrouwen
Maar ergens komt mijn cliënt in de problemen, ergens blokkeert hij. Hij is wel gemotiveerd maar het lijkt wel of hij niet tot actie komt. Hoe kan dat nou vraagt hij zich af?
Soms verliezen pubers de realiteit uit het oog. Ze worden door hun hormonen en emoties overspoeld. Ze kunnen de lat te hoog leggen. En daarmee zichzelf in de problemen brengen. Hoe vanzelfsprekend is het om een 8 te halen als er omstandigheden zijn die dat verhinderen.
Een puber kan soms maar moeilijk genuanceerd denken. Het is zwart of wit. In de puberteit kunnen je emoties je gedachten vertroebelen. Overtuigingen ( ik moet dit kunnen) kunnen met je op de loop gaan.
Mijn cliënt vindt dat hij wel een 8 kan halen voor een bepaalde toets. Maar hij heeft eigenlijk niet geleerd. Is het dan realistisch om te denken dat je een 8 zal halen? Nou niet echt natuurlijk. Maar toch vindt hij dat hij dat wel zou moeten kunnen. En als hij dan een 5 haalt in plaats van die verwachtte 8? Dat laat zich raden, teleurstelling.
Als teleurstelling zich in je lijf nestelt, je lijf vol van testosteron? Dat wordt uitvergroot. Het verlamt je letterlijk, je komt niet meer tot actie. Voor je schoolwerk bedoel ik. Mijn cliënt kwam in een spiraal terecht van niks doen voor school en slechte cijfers halen terwijl hij er vanuit ging dat hij wel een voldoende zou halen en door de teleurstelling daarover …. Je snapt het wel.
Wat merk je er als ouder van?
Dat testosteronlijf vol teleurstelling. Dat moet er wel op een of andere manier uit. En dat gebeurt ook vaak. Bij puberjongens zijn boosheid, agressie, zich afsluiten, opstandig gedrag veel voorkomend gedrag. Het zou zomaar kunnen dat dit hun negatieve gevoelens over zichzelf zijn die eruit komen.
Maar het is helemaal niet zo vanzelfsprekend dat je als ouder die link meteen legt. Dat je kind zich zo gedraagt omdat hij problemen met zijn zelfbeeld heeft. Je zult snel de neiging hebben om hem te corrigeren of aan te spreken op zijn gedrag. Dat kan ertoe leiden dat hij blokkeert en zich van je afsluit. En daarmee komt hij moeilijk uit de negatieve spiraal.
Mijn cliënt kon wel met zijn ouders praten over zijn schoolprestaties maar ze kwamen er niet uit. Ze vonden dat hij niet genoeg huiswerk deed. Dat klopte inderdaad. Hij werd daar boos en opstandig over en hun communicatie daarover stokte. Voor ouders kan het lastig zijn hun zoon in deze situatie te bereiken en te helpen. Praten is vaak niet het sterkste punt van puberjongens.
Wat kun je als ouders doen om het zelfvertrouwen van je kind te vergroten?
Met mijn cliënt ben ik aan de slag gegaan met zijn verwachtingen. Wat is een realistisch cijfer om te halen als je niks doet. Daarna hebben we geprobeerd kortere doelen te stellen die ook haalbaar zouden zijn.
Met schaalvragen kun je bij puberjongens heel goed in kaart brengen wat haalbaar en geloofwaardig is. Bij deze jongen was ook nodig dat hij studievaardigheden aangeleerd kreeg. Hulp van buiten dus. Dat is wel een heel ding voor een jongen die vindt dat hij alles zelf wel moet kunnen.
Stapje voor stapje, goed in contact blijven en voorbij de boosheid of het stilzwijgen kunnen kijken. Proberen je puberzoon aan te spreken op wat wel haalbaar is, korte doelen, actie, doen.
Werken aan het ontladen van negatieve gevoelens op een gezonde manier (sporten bijvoorbeeld) is hierbij heel belangrijk voor jongens. Je raakt negatieve gevoelens kwijt en je krijgt er positieve gevoelens voor terug in je lijf.
Ook leren jezelf te belonen voor wat wel lukt om positieve gevoelens in je systeem te krijgen is belangrijk. En geduldig zijn. Want soms kunnen pubers snel schakelen, maar soms heb je als ouders een lange adem nodig.